Veel steun voor dierenwelzijn op links en rechts, maar wat wil het CDA?
De partij deed niet mee met de Dierenkieswijzer.
Vanuit partijen op links en rechts is veel steun voor dierenwelzijn, blijkt uit de Dierenkieswijzer van de Dierenbescherming en mijn eigen werkgever de Dierencoalitie. D66, GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren, PVV, SP en Volt zijn het met alle 11 stellingen die we hen hebben voorgelegd eens, en ook hun kiezers steunen bij meerderheid de meeste stellingen, blijkt uit onderzoek van Kieskompas. De VVD is het met drie stellingen oneens.
Onzekerheid zit in het midden van de politiek. De BBB bedankte voor deelname. ChristenUnie en CDA reageerden niet. Een aantal stellingen hebben we aan de hand van hun verkiezingsprogramma’s en stemmingen over amendementen en moties in de Tweede Kamer wel kunnen invullen. Maar of zij ook vinden dat dieren in de veehouderij iedere dag naar buiten moeten kunnen, of dat er een Europees verbod moet komen op de productie van bont, weten we niet. Terwijl in ieder geval het CDA op basis van de huidige peilingen onmisbaar zal zijn om na de verkiezingen van 29 oktober een meerderheidskabinet te vormen.
Unanimiteit over huisdieren
Over de zorg voor huis- of gezelschapsdieren zijn de tien partijen die we in de Dierenkieswijzer hebben opgenomen unaniem: honden, katten, konijnen en andere huisdieren altijd recht hebben op zorg, ook als hun baasjes dat niet kunnen betalen.
Op de laatste werkdag van de Tweede Kamer voor het verkiezingsreces tekenden bijna alle partijen, ook BBB, CDA en ChristenUnie, op initiatief van Sandra Beckerman van de SP een Dierendagakkoord voor betaalbare en eerlijke diergeneeskundige zorg. JA21 deed niet mee, maar stemde in 2024 wel vóór het verlagen van de btw op dierenartskosten van 21 naar 9 procent.
Het Dierendagakkoord geeft een opsomming van moties die afgelopen jaren in de Tweede Kamer, meestal met ruime meerderheden, zijn aangenomen, maar nog niet zijn uitgevoerd.
Zo willen partijen maximumtarieven in de spoedzorg. Net als bij huisartsen zouden dierenartspraktijken verplicht mee moeten draaien in spoedzorg buiten kantooruren. Partijen willen transparantie over tarieven, zodat baasjes niet meer voor (dure) verrassingen komen te staan. De Autoriteit Consument en Markt doet onderzoek naar ketenvorming in de diergeneeskundige zorg. De directeur Mededinging, Remko Bos, gaf in een rondetafelgesprek met Tweede Kamerleden aan dat de ACM wellicht meer bevoegdheden nodig heeft om (regionale) monopolies tegen te gaan. Ook daar is veel steun voor. Tenslotte steunen partijen de oprichting van een federatie van diergeneeskundigen — artsen en paraveterinairen — die standaarden en richtlijnen kan opstellen voor behandelingen.
Ruim de helft van de dierenartskosten in Nederland is te wijten aan erfelijke aandoeningen en schadelijke kenmerken, zoals te korte snuiten bij honden en vouworen bij katten. Hoewel het in principe verboden is om met ongezonde dieren te fokken, bleek eerder dit jaar uit een uitzending van Zembla nog eens dat dit verbod op grote schaal wordt overtreden om rassen in stand te houden. Ook worden zieke dieren uit het buitenland geïmporteerd.
In oktober vorig jaar steunden alle partijen in de Tweede Kamer met uitzondering van Forum voor Democratie een motie van Dion Graus (PVV) en Ines Kostić (PvdD) om fokverboden door te trekken naar houd- en handelsverboden. Het kabinet wil dat ook, hoewel demissionair staatssecretaris Jean Rummenie (BBB) in een commissiedebat eerder deze maand aangaf dat het eigenlijk ‘niet te doen is’ om per kenmerk te bewijzen dat dieren er altijd en permanent onder lijden. Toch is dat nu nodig, omdat tegenstanders fok-, houd- en handelsverboden anders bij de rechter kunnen aanvechten.
Vooralsnog verbiedt Rummenie alleen het houden van naakt- en vouwoorkatten, waarvan 100 procent zeker is dat ze altijd lijden onder hun uiterlijk. Maar eigenlijk hebben we een beter stelsel nodig om gezonde fok te reguleren.
Natuurlijk gedrag in de veehouderij
Bijna alle partijen, en 80 procent van de Nederlanders, vinden dat dieren in de veehouderij hun natuurlijke gedrag moeten kunnen vertonen. Ook de ChristenUnie en JA21 stemden in 2024 vóór een amendement van Tjeerd de Groot (D66) en Thom van Campen (VVD) om uiterlijk in 2040 een dierwaardige veehouderij te realiseren. In het verkiezingsprogramma schrijft de ChristenUnie nadrukkelijk dat er ‘eisen worden gesteld (en gehandhaafd) aan dierenwelzijn met betrekking tot het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag.’ JA21 wil de transitie naar een dierwaardige veehouderij zelfs ‘versnellen’ door ’te zorgen voor extra financiële ondersteuning.’
Het CDA stemde in 2024 tegen, en besteedt in het verkiezingsprogramma welgeteld één zin aan dierenwelzijn:
We onderschrijven het ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’…
Dit convenant, tussen de drie grote veehouderijsectoren, Caring Farmers, de levensmiddelenindustrie, supermarkten en Dierenbescherming, heet eigenlijk ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’. Dat is bewust. Hoewel de Dierenbescherming het convenant een ‘mijlpaal’ noemt, vindt het ook:
Het convenant leidt nog niet tot een volledig dierwaardige veehouderij.
Daar is wetgeving voor nodig. De wetgeving die demissionair minister van Landbouw Femke Wiersma (BBB) heeft voorbereid, voldoet wat dierenwelzijnsorganisaties betreft bij lange na niet aan de uitgangspunten van een dierwaardige veehouderij, zoals die vorig jaar met het amendement-De Groot/Van Campen aan de Wet dieren zijn toegevoegd. Ik heb daar eerder een nieuwsbrief over geschreven.
Andere partijen zijn helder over hun standpunten. Volt licht toe:
Huisvestingssystemen dienen te worden aangepast naar de gedragsbehoeftes van het dier.
GroenLinks-PvdA:
Dat betekent dat varkens moeten kunnen wroeten in de modder, koeien kunnen grazen en eenden toegang hebben tot water.
De Partij voor de Dieren:
Zo horen kippen een stofbad te kunnen nemen […] en horen koeien en geiten buiten in plaats van in stallen.
De partij dient een eigen wetsvoorstel in om vanaf 1 juli 2026 geen nieuwsbouw van stallen meer toe te staan waarin dieren hun natuurlijke gedrag niet kunnen vertonen. Vanaf 1 januari 2030 zouden dieren niet meer mogen worden onderworpen aan medisch onnodige ingrepen, zoals het afbranden van biggenstaarten en het onthoornen van kalveren. (Het routinematig afbranden van biggenstaarten is sinds 1998 verboden, maar daar heeft de varkenshouderij zich weinig van aangetrokken.)
Wat het CDA van dit alles vindt, blijft nog even gissen.
Diertransporten op hete dagen
We weten wél wat het CDA van diertransporten vindt. In mei 2023, oktober 2024 en juni 2025 stemde de partij namelijk, als één van de weinigen, tégen het verlagen van de maximumtemperaturen voor diertransporten.
Desondanks waren er iedere keer meerderheden vóór. Ook JA21 en VVD vinden dat de temperatuurgrens in ieder geval van 35 naar 30 graden Celsius moet. Toch heeft minister Wiersma een verlaging niet doorgevoerd.
D66 en PvdD gaan verder en willen de aanbevelingen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overnemen. Die raadt op basis van de beschikbare wetenschap aan om soortspecifieke temperatuurgrenzen in te voeren. Zo kunnen runderen en varkens al vanaf 25 graden hittestress ervaren. Schapen daarentegen kunnen veilig tot een temperatuur van 32 graden worden vervoerd.
Welzijn van waterdieren
Voor een betere bescherming van het welzijn van vissen, krabben en kreeften zijn ChristenUnie en CDA wel te porren. Beide partijen stemden in 2021 en 2024 vóór een verbod op het levend koken van krabben en kreeften. Ook steunden zij vorig jaar een motie van Ines Kostić (PvdD) die het kabinet verzocht om bij besluiten die vissenwelzijn raken aan te geven hoe de intrinsieke waarde en het welzijn, de gezondheid en integriteit van de dieren zou worden meegewogen.
Een meerderheid, waaronder JA21, PVV en VVD, stemde tegen die motie. De PVV geeft in de Dierenstemwijzer aan wél betere wet- en regelgeving te willen voor waterdieren. De VVD is het om het even:
De bescherming van dieren is reeds verankerd in wet- en regelgeving. De VVD staat er uiteraard voor open om wetten te verbeteren of aan te scherpen indien nodig.
Ook JA21 hebben we als ‘neutraal’ ingevuld. Die partij stemde vóór een verbod op het levend koken van krabben en kreeften, maar tegen de voorgenoemde motie-Kostić.