VVD'ers steunen verbod op onverdoofde slacht
Ook eendagskuikens en plofkippen zijn volgens de liberalen niet meer van deze tijd.
72 procent van de VVD-leden steunden zaterdag een verbod op het onverdoofd koken en slachten van dieren. Nadrukkelijk ook een verbod op rituele slacht, waar de partij eerder een uitzondering voor maakte.
De Tweede Kamerfractie steunde vorig jaar al een verbod op het levend en bij bewustzijn koken van krabben en kreeften. Ondanks bijna Kamerbrede steun — alleen Forum voor Democratie was tegen — is er nog geen verbod gekomen. De staatssecretaris, Jean Rummenie (BBB), wacht af totdat er een ‘werkbaar’ alternatief is voor de horeca, zoals een elektrische stunner.
Voor de meeste andere dieren is bedwelming voor de slacht al verplicht. Behalve als dieren volgens religieuze riten worden geslacht.
Niet liberaal
Die uitzondering voor islamitische en joodse slacht is niet liberaal, meende Tim Reysoo, die hier samen met andere Liberale Dierenvrienden een amendement op het verkiezingsprogramma over had ingediend. Religieuze overtuiging is voor VVD’ers immers ook geen reden om antisemitisme, homohaat of vrouwenbesnijdenis toe te laten. Waarom dan wel dierenleed?
Alleen al tijdens het Offerfeest worden in Nederland jaarlijks zo’n 8.000 geiten, runderen en schapen halal en onverdoofd geslacht. Er is in Nederland geen koosjer slacht meer; de laatste koosjer slager stopte vorig jaar.
Dankzij het amendement van Reysoo komt er een Kamermeerderheid in zicht om het onverdoofd slachten helemaal te verbieden. In de Dierenkieswijzer van 2023 gaven verder alleen BBB, ChristenUnie en JA21 aan de huidige uitzondering voor rituele slacht in stand te willen houden. D66, Partij voor de Dieren, PVV, SP en Volt — nu samen 56 zetels — waren juist voor een totaalverbod. GroenLinks-PvdA namen een genuanceerd standpunt in:
GroenLinks-PvdA denken dat […] een redelijk compromis is bereikt tussen dierenwelzijn en religieuze vrijheid. Als blijkt dat het niet goed werkt, zullen we de regels moeten aanscherpen.
Plofkippen en eendagskuikens
Pieter Stroop van Renen, die van het verkiezingscongres twee jaar geleden 67 procent steun kreeg om zieke en verwaarloosde dieren onmiddellijk in beslag te nemen bij fokkers en veehouders, wist deze keer wederom een weliswaar kleinere meerderheid van 53 procent achter zich te krijgen om in het programma te schrijven:
Het fokken van plofkippen, het couperen van varkensstaarten en het doden van eendagskuikens is niet meer van deze tijd.
In Nederlandse supermarkten ligt geen vlees meer van ‘plofkippen’: vleeskuikens die zo snel groeien dat ze binnen vijf tot zes weken bezwijken onder hun eigen gewicht. Fastfoodketens en restaurants kopen echter nog wél plofkippen in.
En er worden plofkippen gehouden voor de export. In 2023 ging het om opgeteld 55 procent van de vleeskuikens in Nederland, volgens cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland die Wakker Dier — één van de zestien organisaties in de Dierencoalitie, waar ik voor werk — in 2024 opvroeg.
Het ‘couperen’, oftewel afbranden of afknippen, van biggenstaarten is in 1998 verboden, maar wordt nog steeds op grote schaal gedoogd. Slechts 1 procent van de varkens in Nederland heeft een staart. Minister van Landbouw Femke Wiersma (BBB) wil pas in 2030 overgaan tot handhaving. En alléén als dan uit een ‘evaluatie’ blijkt dat het niet al te grote economische gevolgen zou hebben voor de varkenssector. Lik-op-stukbeleid is het bepaald niet.
Duitsland en Frankrijk hebben het doden van eendagshaantjes in 2022 en 2023 verboden. Dat zijn de mannelijke kuikens van leghennen, die in de eiersector geen waarde hebben. Daarom worden ze binnen 72 uur vergast. Met moderne technieken kan het geslacht van een kuiken al in het ei worden bepaald, en kan de geboorte van eendagskuikens worden voorkomen. Eieren zouden 1,15 eurocent duurder worden, oftewel 13,8 eurocent per dozijn.
In Nederland is afgesproken om in 2026 te stoppen met het doden van eendagskuikens van leghennen die eieren produceren voor de Duitse en Nederlandse markt. Dat scheelt 6 tot 7 miljoen dode kuikens per jaar. Maar er worden nog twee keer zoveel – circa 15 miljoen – kuikens gedood van leghennen die voor andere markten produceren. Bijvoorbeeld eieren voor verwerking in gebak, mayonaise en pasta.
Import van bont
Ook helaas nog steeds niet achterhaald is bont. Veel mensen denken dat alle ‘bont’ in de winkel inmiddels nep is. Ook VVD’ers, bleek tijdens de digitale voorbehandeling van een amendement van Michael van Os de Man. Nederland heeft de pelsdierhouderij in 2021 verboden. Maar we importeren nog steeds bont, vooral uit China. Zelfs ‘nepbont’ komt vaak uit dat land, waar ze het niet zo nauw nemen met de regels.
In 2020 steunde een meerderheid van partijen in de Tweede Kamer — maar niet de VVD — een motie van Esther Ouwehand (PvdD), Tjeerd de Groot (D66) en Jesse Klaver (GroenLinks) om in de EU aan te dringen op een importverbod. Het toenmalige kabinet achtte de motie onuitvoerbaar, ‘omdat er geen gedeelde publieke moraal in de EU is ten aanzien van bont en bontproducten van pelsdieren.’
Sindsdien hebben meer dan anderhalf miljoen Europeanen het burgerinitiatief ‘Fur Free Europe’ ondertekend. Naar aanleiding daarvan vroeg de Europese Commissie de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid om een wetenschappelijke opinie over het dierenwelzijn van pelsdieren. Die opinie kwam in juli uit en was glashelder: het houden van chinchilla’s (wolmuizen), nertsen, vossen en wasbeerhonden voor hun vacht heeft ernstige gevolgen voor het dierenwelzijn, waarvan de meeste ‘niet kunnen worden voorkomen en ook niet aanzienlijk kunnen worden verminderd’ in de huidige bontfokkerij.
Uiterlijk in maart komt de Europese Commissie met een voorstel om vervolg te geven aan dit wetenschappelijk advies. Nederland is alvast voorstander van een Europees importverbod.
Buiten de EU heeft Zwitserland de bontimport dit jaar verboden. De Labourpartij in het Verenigd Koninkrijk werkt aan een wetsvoorstel om hetzelfde te doen.
Niet alleen vanuit Liberale Dierenvrienden, maar ook vanuit het landbouwnetwerk van de VVD was steun om de Zwitsers en de Britten te volgen — vanuit de gedachte dat we niet zouden moeten importeren wat we hier niet mogen produceren.
Zo’n algemene zin komt echter óók in het programma. Daarom vond de programmacommissie het overbodig om bont specifiek te noemen. 61 procent van de leden gingen zaterdag in die redenatie mee.
Diertransporten
Voorafgaand aan het congres had de programmacommissie reeds een tweede amendement van Pieter Stroop van Renen overgenomen, om de maximumtemperaturen van diertransporten te verlagen. Dat stond twee jaar geleden ook in het verkiezingsprogramma, maar toen nog onder het voorbehoud van ‘overleg met de sector.’
In 2022 stemde de VVD in de Tweede Kamer nog tegen een motie om de maximumtemperaturen van diertransporten te verlagen, maar er was wel een meerderheid. Toenmalig minister van Landbouw Piet Adema (ChristenUnie) beloofde dat hij diertransporten vanaf 30 graden Celsius ‘voor de zomer van 2024’ zou verbieden. In juli 2024 werd Wiersma echter minister, en zij zag ‘de toegevoegde waarde van het verlagen van de maximumtemperatuur’ niet aangezien elders in Europa wel met hogere temperaturen wordt gereden.
De meeste partijen in de Tweede Kamer, nu ook de VVD, vonden dat geen overtuigend argument. Alleen BBB, CDA, Forum voor Democratie en SGP blijven tegen het verlagen van de maximumtemperatuur van 35 naar 30 graden. Maar Wiersma heeft de verlaging nog steeds niet doorgevoerd, dus moet het nog een keer — en hopelijk de laatste keer — in het verkiezingsprogramma.