VVD'ers massaal voor kerosinetaks
83 procent steunt de invoering van een kerosinebelasting in Europees verband.
Wie zaterdag de auto nam naar het VVD-congres in Apeldoorn, betaalde meer belasting op brandstof dan iemand die van Amsterdam naar Londen vloog. De luchtvaart gaat vanaf 2026 weliswaar betalen voor de uitstoot van broeikasgassen in Europa, maar kerosine blijft onbelast.
De kosten van de vervuiling die de luchtvaart veroorzaakt, voor het klimaat, de natuur en de volksgezondheid, worden afgewenteld op de samenleving. Dat is niet liberaal. De vervuiler moet betalen.
De industrie en scheepvaart worden én verplicht om Europese uitstootrechten te kopen én betalen in Nederland belasting op brandstof. De luchtvaart heeft een uitzonderingspositie. Ook dat is niet liberaal. Wij zijn voor een gelijker speelveld.
83 procent steun
Op het vorige VVD-congres stemde 49 procent van de leden voor een algemene motie om het principe ‘de vervuiler betaalt’ om te zetten in beleid. Voor de 155e Algemene Vergadering in Apeldoorn diende 85 leden twee moties in om daar concreet vervolg aan te geven: één voor een internationale kerosinebelasting en een tweede voor meer treinen op trajecten waar veel wordt gevlogen. Beide werden overgenomen.
Een kerosinebelasting is beter dan de vliegtaks die Nederland in 2021 invoerde. Een kerosinebelasting jaagt innovatie aan. Een vliegmaatschappij kan synthetische brandstoffen bijmengen, zuiniger vliegen of motoren laten ontwikkelen die minder kerosine verbruiken; het vertaalt zich allemaal in minder kerosineverbruik, dus minder belasting. De vliegticketbelasting mist die prikkel.
Idealiter voeren we een kerosinebelasting in Europa in. Als dat niet op korte termijn haalbaar is, pleitten de indieners ervoor om een kopgroep van België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk te vormen, om te voorkomen dat Schiphol passagiers zou kwijtraken aan naburige luchthavens. 83 procent van de VVD-leden stemde met het voorstel in.
Meer treinen
Eén op de drie vluchten vanuit Nederland gaat naar een bestemming binnen een straal van 750 kilometer: steden als Brussel, Frankfurt, Londen en Parijs. Vliegen is op korte afstanden 40 keer vervuilender dan de trein. Toch zijn er 60 vluchten per dag naar Londen en slechts vier Eurostars. In 2025 komt er één trein per dag bij. Volgens ProRail is er capaciteit voor zestien.
De tweede motie pleitte daarom voor meer treinen. Vluchten zijn goedkoper en langer van tevoren te boeken. De vrije vliegmarkt, met gezonde concurrentie, functioneert beter dan de bijna-monopolies op het spoor. Daar moet de overheid corrigeren. Als we vliegen duurder maken, moet de trein makkelijker en het liefst goedkoper worden. Meer capaciteit op stations. Meer treinen. Ook tussen luchthavens, zodat vliegers kunnen overstappen.
De Thalys rijdt doordeweeks 12 keer per dag tussen Amsterdam en Parijs: 4.000 passagiers voor de hogesnelheidstrein. Van de circa 8.000 vliegers naar Londen is 90 procent bestemmingsverkeer. Op vluchten Amsterdam-Parijs is dat maar 40 procent. Het bewijst: als de trein vaak en snel rijdt, kiezen passagiers er graag voor.
Deze motie hoefde niet eens in stemming te worden gebracht. Fahid Minhas, die in de Tweede Kamer namens de VVD het woord voert op het OV en spoor, nam de tekst zonder meer over.