De Nederlandse kinderopvang behoort tot de beste van de wereld. Toch stuurt het kabinet op ingrijpende hervormingen: kinderopvang zou vanaf 2025 bijna gratis moeten worden. Belangenbehartigers en deskundigen zien vooral nadelen, schrijf ik voor Platform O, het kennisplatform voor de publieke sector. De personeelstekorten lopen verder op en het aanbod verschraalt.
De reden voor de hervormingen is niet dat de sector tekort is geschoten, maar de overheid: die beschuldigde ten onrechte tienduizenden ouders van fraude met de kinderopvangtoeslag. De compensatie gaat naar schatting 5,5 miljard euro kosten, zo’n 50 procent meer dan jaarlijks aan kinderopvangtoeslagen wordt uitgekeerd.
Dat de kinderopvangtoeslag op de schop gaat, is dus niet verwonderlijk. Maar moet de kinderopvang daaronder lijden?
Hoge kwaliteit
Volgens de Landelijke kwaliteitsmonitor kinderopvang zijn er weinig landen in Europa die de kinderopvang beter op orde hebben. Kinderen krijgen bij ons voldoende aandacht, liefde en begeleiding. Ze leren goed (samen) spelen. Het personeel is goed opgeleid, de groepen zijn niet te groot. Zowel medewerkers als ouders zijn tevreden.
Volgens UNICEF doen Luxemburg, IJsland, Zweden en Noorwegen het beter, maar de verschillen zijn klein en hebben vooral met betaalbaarheid te maken. In de Scandinavische landen neemt de overheid nog meer van de kosten op zich.
Kosten lopen uiteen
Ongeveer de helft van de Nederlandse kinderopvang is commercieel. De andere helft heeft geen winstoogmerk.
Er is een breed aanbod aan soorten kinderopvang, van dagopvang voor kinderen die nog niet naar school gaan tot buiten- en tussenschoolse opvang; van traditionele dagverblijven waar kinderen vooral samen kunnen spelen tot halve kinderboerderijen met intensieve activiteiten en begeleiding. Daardoor lopen de kosten uiteen.
Dagopvang kost dit jaar gemiddeld 8,95 euro per uur, buitenschoolse opvang 7,98 euro en gastouderopvang 6,45 euro. De Randstad is het duurst: gemiddeld 9,19 euro per uur. Oost-Nederland zit met 8,78 euro per uur ruim onder het gemiddelde.
De overheid vergoedt niet alle kosten. Het stelt jaarlijks maximum uurtarieven vast: dit jaar 8,50 euro voor dagopvang, 7,31 euro voor buitenschoolse opvang en 6,52 euro voor gastouders. Alles daarboven moeten ouders zelf betalen.
Toeslag heeft 70 inkomensschalen
Voor kinderopvang die onder de maximale uurprijzen valt, vergoedt de overheid minstens 33 en maximaal 96 procent, afhankelijk van het inkomen van de ouders. Omdat we dat in Nederland zo precies mogelijk naar draagkracht willen regelen, bestaan er maar liefst 70 inkomensschalen.
Dat levert problemen op wanneer ouders hun inkomen niet precies, of niet op tijd, doorgeven. Stel dat zij halverwege het jaar meer gaat verdienen, dan komen zij in een hogere schijf en krijgen ze minder kinderopvangtoeslag. Als zij dat niet op tijd aan de Belastingdienst doorgeven, hebben ze ‘gefraudeerd’. Vandaar de toeslagenaffaire.
Wat het kabinet wil
Om herhaling te voorkomen, is het kabinetsplan om niet ouders, maar kinderdagverblijven en gastouders direct te vergoeden.
De maximale uurtarieven blijven, maar de inkomensschalen verdwijnen. Vanaf 2025 zou de overheid alle ouders 96 procent van de kosten vergoeden. Voor de laagste inkomens verandert er in eerste instantie dus niets. De midden- en hoge inkomens gaan er (flink) op vooruit. Ouders moeten nog steeds werken om in aanmerking te komen voor toeslag.
Sector vreest personeelstekort
De sector vreest dat de kwaliteit van de opvang in het geding komt. ‘Dit is geen haalbare kaart,’ zegt directeur Emmeline Bijlsma van branchevereniging Kinderopvang over het plan-2025. ‘We komen nu al veel personeel te kort.’
70 procent van de dagverblijven zoekt medewerkers. In de buitenschoolse opvang is dat zelfs 79 procent.
Kinderopvang werkt!, een samenwerking van brancheorganisaties en vakbonden, schat dat de sector de komende vijf jaar 32.000 werknemers nodig heeft en in tien jaar 50.000. Als de opvang bijna gratis wordt, en meer ouders hun kinderen vaker naar de opvang brengen, zijn er nog meer medewerkers nodig.
ABF Research rekende, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, uit dat zonder stelselwijziging het personeelstekort in 2031 uitkomst op 7.000. Met stelselwijziging? 29.000, vier keer zoveel. Dat betekent minder medewerkers per kind, kortere openingstijden en – wachtlijsten. Net als vroeger in het Ziekenfonds.
Verschraling en tweedeling
Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit Maastricht, voorspelt een verschraling van het aanbod. Als de overheid de kinderopvang gaat betalen ontstaat een one size fits all situatie waarbij alle vormen van opvang hetzelfde bedrag per uur betaald krijgen, stelt hij.
Rijke ouders in Amsterdam-Zuid en ‘t Gooi blijven wel betalen voor hoogwaardige kinderopvang op mooie locaties. Voor de rest wordt het eenheidsworst. Net als in de zorg van voor de liberalisering krijgen we een tweedeling in de kinderopvang: hoge kwaliteit voor hoge inkomens en middelmatigheid voor de rest. Aanbieders met een afwijkende aanpak, zoals die kinderboerderij, krijgen het moeilijk.
Ruben Fukkink, bijzonder hoogleraar kinderopvang aan de Universiteit van Amsterdam, voegt toe tegen de NOS dat een deel van de ouders wel opvang krijgt en anderen in een wachtrij belanden. Dat terwijl wel iedereen dezelfde rechten heeft en via de belastingen aan de opvang meebetaalt.
Doelstellingen worden niet gehaald
De regering, vooral D66, wil voorkomen dat kansenongelijkheid op jonge leeftijd ontstaat. ‘Gratis’ kinderopvang moet helpen. Deskundigen vrezen het tegenovergestelde: de ongelijkheid neemt juist toe. Een ander doel is vrouwen meer te laten werken. Eén op de drie is financieel afhankelijk van hun man. Dat vinden de meeste vrouwen niet erg, maar D66 wel.
Van de werkende vrouwen werkt driekwart in deeltijd. Daarnaast nemen vrouwen het leeuwendeel van het huishouden en de zorg over de kinderen op zich. Slechts 10 procent wil meer werken.
Ook wat dat betreft gaat het kabinetsbeleid, wederom op aandringen van D66, in tegen de wensen van vrouwen (en vaders die meer zorgtaken op zich nemen, maar daarvan zijn er weinig): als deeltijders meer uren maken, nemen de personeelstekorten af. Dat is goed voor de economie. Maar juist de kinderopvang is een sector met grote tekorten. Moeten moeders dan minder tijd aan hun eigen kinderen besteden om meer tijd aan de kinderen van anderen te kunnen geven?
Hoe nuttig is kinderopvang eigenlijk?
Gaan ouders wel meer werken als de kinderopvang goedkoper wordt? Het Centraal Planbureau betwijfelt het. Waarom zouden ze, als ze meer geld overhouden?
In Duitsland brachten ouders hun kinderen na de invoering van gratis kinderopvang weliswaar vaker naar de opvang, maar moeders gingen niet meer werken. Ze lieten de kinderen minder vaak bij oma en opa.
In het Franssprekende deel van Canada wordt kinderopvang al bijna twintig jaar lang gesubsidieerd. Ouders betalen 8,35 dollar per dag. Toch presteren tieners in Quebec niet beter op de middelbare school dan in de rest van het land.
In de Verenigde Staten, daarentegen, presteren kinderen uit achterstandswijken die op jonge leeftijd naar de kinderopvang zijn geweest wél beter op de middelbare school.
Canadese onderzoekers geven commerciële partijen de schuld. Die zouden slechte kwaliteit leveren. Maar in de Verenigde Staten is alle kinderopvang commercieel.
Van kwaad tot erger
Het risico is dat zulke verschillen in Nederland leiden tot verdere staatsbemoeienis. Zodra de overheid iets financiert, wil het meebeslissen. Niet alleen over de uurtarieven, waar Groot voor vreest, maar ook over de dagbesteding.
Zo wil D66 dat de opvang aansluit op het basisonderwijs. GroenLinks en PvdA zouden kinderopvang en basisonderwijs zelfs samenvoegen in scholen waar kinderen vanaf 0 jaar naartoe kunnen.
Directeur Bijlsma voelt er weinig voor. Jonge kinderen zijn nog niet aan ‘schools’ leren toe, stelt zij: een kind tot 6 jaar heeft geen leerlijn. Die bepaalt zijn eigen lijn, aldus Bijlsma. Laat kinderen gewoon spelen. Daar leren ze ook van.
Zo leidt het ene overheidsfalen (de toeslagenaffaire) tot het volgende overheidsfalen (‘gratis’ kinderopvang met wachtlijsten) tot het volgende overheidsfalen (prijsregulering en bemoeienis met de opvang zelf). En als dat niet werkt? Nationalisering?
Terughoudende uitvoerders
Intussen lopen de kosten op. In 2020 schatte een werkgroep van het ministerie van Financiën dat een publieke kinderopvang (100 procent door de staat betaald) jaarlijks 5,4 miljard euro meer zou kosten dan het huidige toeslagenstelsel.
Vorig jaar ontvingen 668.000 ouders 3,5 miljard euro aan kinderopvangtoeslagen. 96 procent van 5,4 miljard plus 3,5 miljard is 8,7 miljard euro aan kosten voor het kabinetsplan.
Wie gaat dat uitvoeren? Het kabinet liet de Tweede Kamer in oktober weten dat het negen uitvoeringsinstanties had gepolsd: het Centraal Administratie Kantoor, dat geld in de zorg rondpompt; het Centraal Justitieel Incassobureau, de Dienst Uitvoering Onderwijs, de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen, de dienst Uitvoering Van Beleid van het ministerie van Sociale Zaken, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de Sociale Verzekeringsbank, de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Allemaal waren ze ‘terughoudend’. Dat moet het kabinet toch te denken geven.