Nederlandse bedrijven zien zwaar weer op zich afkomen. In de eerste drie maanden van het jaar gingen er volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 591 failliet, 61 procent meer dan een jaar geleden. 55.000 ondernemers hebben nog geen begin gemaakt met het afbetalen van hun coronaschuld. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat de economie dit jaar met 1,5 procent groeit. Vorig jaar was de groei 4,5 procent.
Uit een peiling van MKB-Nederland en werkgeversvereniging VNO-NCW blijkt dat zes op de tien ondernemers het lastiger hebben gekregen. Grote bedrijven noemen vooral de tekorten aan personeel, kleine bedrijven de stijgende belastingen. De helft van alle bedrijven maakt zich zorgen over toenemende regeldruk. 30 procent noemt Nederland inmiddels ronduit onaantrekkelijk om zaken in te doen. 13 procent overweegt te stoppen.
Voor Wynia’s Week vroeg ik belangenbehartigers wat die toenemende regeldruk concreet betekent. Ik kreeg een waslijst terug. Van taaleisen in de kinderopvang tot hergebruik van plastic. Van de stikstofcrisis tot congestie op het stroomnet.
‘Papieren werkelijkheid’
Volgens MKB-woordvoerder Mieke Ripken zijn verstikkende regels ‘steeds meer een papieren werkelijkheid’ en slaat de overheid door in goede bedoelingen. Ze noemt het beleid om witwassen tegen te gaan als voorbeeld. Er zijn 20.000 ‘compliance officers’ aan het werk bij banken die nauwelijks boeven vangen (vorig jaar dertig) maar wel veel ondernemers opzadelen met papierwerk.
Of het onmogelijk maken om een bankrekening te openen. Coffeeshophouders en handelaren in oud ijzer doen veelal zaken in contanten. Dat vinden banken een risico. Als blijkt dat zij criminelen een bankrekening hebben gegeven, krijgen zij immers een boete.
Het wemelt van de regels die op papier mooi lijken, maar in de praktijk óf weinig bereiken óf ondernemers beknellen. Zo kunnen werknemers sinds twee jaar een ‘fiets van de zaak’ krijgen. Maar dan moet de werkgever wel controleren of personeel echt met de fiets naar het werk komt. Wie heeft daar zin in?
Tijdrovende reportageverplichtingen
Personeel in de kinderopvang is verplicht om op havo-niveau Nederlands te spreken en moet van de overheid op vaste tijden pauze nemen. Verffabrieken zijn verplicht om minder oplosmiddelen te gebruiken en al hun ingrediënten én productieprocessen door te geven. Het zijn vooral dit soort rapportageverplichtingen die veel tijd en geld kosten: volgens het Financieele Dagblad 5 miljard euro meer dan vier jaar geleden.
In het kader van klimaat en verduurzaming komt daar nog een reeks aan eisen en verboden bij. Vanaf 2025 zijn bestelbusjes die op benzine of diesel rijden niet meer welkom in de ‘emissievrije zones’ van steden als Amsterdam en Den Haag, dus moeten bedrijven elektrische voertuigen aanschaffen. In 2026 worden woningbezitters verplicht om een warmtepomp te kopen als hun cv-ketel het begeeft.
Minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten (D66) kondigde vorige maand bijmengverplichtingen voor bio- en synthetische brandstoffen aan. In de bouw wil hij meer gebruik maken van biomaterialen, zoals hennep en hout. Ook komen er strengere regels voor hergebruik van plastic. Vanaf 2027 zou een kwart van al het nieuwe plastic uit bio- of gerecycled materiaal moeten bestaan.
De verduurzamingsopgave is voor vier op de tien bedrijven te zwaar, schrijft Sjoerd Hardeman, senior-econoom bij RaboResearch.
Met name de allerkleinste bedrijven, tot tien werknemers, zijn gezien hun verandervermogen kwetsbaar.
Dat ligt deels aan bedrijven zelf, die de veranderingen uit de weg gaan. Maar ook aan een overheid die binnen korte tijd veel van bedrijven verlangt en zelf weinig haast maakt.
Zo wachten de makers van kweekvlees al een jaar op richtlijnen van de voedsel- en warenautoriteit NVWA voor proeverijen. Een vergunningsaanvraag voor een geothermieput neemt al gauw zes jaar in beslag, omdat ook onderzoek moet worden gedaan naar het risico op aardbevingen.
Het Comité voor Ondernemerschap, waar Koningin Máxima lid van is, zegt dat 70 procent van de mkb-ondernemers belemmeringen ervaart in de verduurzaming die van hen wordt gevraagd. ‘Afhankelijkheid van derden’ is de voornaamste reden. Dat zijn bijvoorbeeld energiebedrijven, maar ook de overheid.
Van Gennip pest zzp’ers
Het Comité voor Ondernemerschap hoorde ook dat ondernemers het lastig vinden om aan personeel te komen — en om personeel vast te houden:
Alle adviezen vragen een rigoureuze verschuiving in het denken bij werkgevers. Zeker in de ogen van jongeren is onze manier van werken verouderd. Zij verwachten meer flexibiliteit van een werkgever. Ze willen makkelijk kunnen wisselen van baan of zelf hun roosters maken.
Het kabinet wil dat niet.
Steeds meer Nederlanders worden zzp’er. Inmiddels zijn er 1,2 miljoen. Van de 61.000 bedrijven die in het eerste kwartaal van dit jaar werden opgericht, was 94 procent een eenmanszaak: een record.
Daarnaast hebben nog 2,7 miljoen werkenden een nuluren- of ander flexibel contract, al met al 40 procent van de beroepsbevolking. Het aantal werkenden is nog nooit zo hoog geweest. Er staan 440.000 vacatures open. Voor iedereen die een vast contract wil, is dit hét moment om over te stappen. In een peiling van het onderzoeksbureau Intelligence Group onder 1.100 zelfstandigen zei echter maar 10 procent een vaste baan te ambiëren.
Verplichte werkloosheidsverzekering voor zelfstandigen
Toch verbiedt minister van Sociale Zaken Karien van Gennip (CDA) nulurencontracten en legt zij tijdelijke contracten aan banden. Een zzp’er zou nog maar drie in plaats van vier contracten voor dezelfde opdrachtgever mogen uitvoeren. Daarna moet een bedrijf een zzp’er óf in vaste dienst nemen óf vijf jaar wachten. Dat is nu drie maanden.
Zelfstandigen worden verplicht om een werkloosheidsverzekering af te sluiten. Van Gennip schat dat die 200 euro per maand gaat kosten.
Tegelijkertijd gaat de zelfstandigenaftrek omlaag, van 7.000 euro in 2020 naar 1.000 euro in 2030, waardoor het voor zzp’ers met een klein inkomen lastiger wordt om zo’n verzekering te betalen.
Nog een CDA’er die de economie bepaald geen impuls geeft is Hugo de Jonge. De minister voor Volkshuisvesting wil 100.000 woningen per jaar bouwen. Vorig jaar werden 63.000 bouwvergunningen voor woningen verleend. ABN Amro denkt niet dat de teller dit of volgend jaar boven de 60.000 uitkomt. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIC) deelt die verwachting
De hoge inflatie en oplopende rente drijven de prijs van nieuwbouwwoningen op. Maar De Jonge helpt niet mee. Hij trekt de grens tussen sociale en ‘vrije’ huur op en haalt daarmee volgens de vastgoedadviseurs van CBRE zo’n 330.000 woningen uit de vrije markt. Hij houdt de toegestane huurverhoging al twee jaar ver onder de inflatie: vorig jaar 3,3 procent, dit jaar 4,1 procent.
Het leidt er volgens Vastgoed Belang, de groep van particuliere verhuurders, toe dat huizeneigenaren ‘gedwongen worden hun huurwoningen te verkopen en daardoor de bestaande voorraad (midden)huurwoningen drastisch aan het afnemen is.’ Maar liefst 92 procent van de kleine verhuurders zou zich genoodzaakt zien om woningen te verkopen.
We krijgen schrijnende verhalen te horen van mensen die hiermee hun pensioen zien verdampen.
Beleggers zijn geschrokken. Volgens Capital Value liepen de investeringen in de bouw van huurwoningen vorig jaar met een vijfde terug. In vergelijking met 2020 is de afname zelfs 36 procent. Het adviesbureau verwacht dat door de haperende bouw en snelle bevolkingsgroei — door immigratie kwamen er vorig jaar 230.000 inwoners bij — het woningtekort oploopt naar 400.000 in 2025.
Stikstof zet economie op de rem
De Jonge is niet in zijn eentje verantwoordelijk voor de woningcrisis. Een grotere boosdoener is stikstof. Of beter gezegd: een kabinet dat zich door stikstof laat gijzelen.
Nederland heeft ervoor gekozen om de staat van beschermde natuurgebieden op basis van stikstof te meten. Zolang er meer stikstof neerdaalt dan de natuur volgens ecologen in een gebied aankan, laat de Raad van State daar geen extra stikstofuitstoot toe. Elk bouwproject moet daarom aantonen dat het afgrond nul stikstof uitstoot. Of het moet in de omgeving de stikstofvergunning van bijvoorbeeld een boerderij overnemen. Dat heet ‘extern salderen’.
Huizen stoten geen stikstof uit. De uitstoot in de bouw komt van af- en aanrijdende busjes en vrachtwagens, en is dus tijdelijk. Zo kan het gebeuren dat een nieuwbouwproject niet door mag gaan, omdat over een nabijgelegen snelweg iedere dag auto’s rijden die samen al te veel stikstof uitstoten. EIB-directeur Taco van Hoek schat dat hierdoor jaarlijks nog eens 8.000 geplande woningen niet door zullen gaan.
De hoogste energiebelastingen van Europa
Niet alleen bedrijfspanden, stallen en woningen worden niet meer vergund, ook waterstoffabrieken en windmolens (op land) mogen van de Raad van State niet worden gebouwd, terwijl die op lange termijn stikstofuitstoot besparen door gas, kolen en olie te vervangen.
Het FD berekende de economische schade van de stikstofcrisis een half jaar geleden op 28 miljard euro. Dat zal inmiddels verder zijn opgelopen.
Vorig jaar werd de energiebelasting tijdelijk verlaagd, maar Nederlanders betalen dit jaar weer de hoogste energiebelastingen van Europa. Daarnaast stijgen ook de tarieven van de netbeheerders, zoals Wynia’s Week in februari berichtte.
Toch is er niet genoeg capaciteit op het stroomnet. De overheid verhoogt de belastingen op kolen en gas om bedrijven aan te sporen tot elektrificatie, maar wie een zwaardere stroomaansluiting aanvraagt, moet jaren wachten. In de bouw worden tijdelijk dieselaggregaten ingezet.
Ripken ziet het met lede ogen aan:
Terwijl we massaal willen verduurzamen, missen ondernemers vaak handelingsperspectief. Het kabinet is bijvoorbeeld van plan om de belasting op gas te verhogen terwijl veel ondernemers nog helemaal niet van het gas af kúnnen.
Vooralsnog betalen huishoudens de hoogste gasbelasting en grootverbruikers het laagste tarief. Jetten wil dat omdraaien, zodat grote vervuilers meer gaan betalen.
Ook de kolenvrijstelling — energiecentrales en fabrieken betalen geen belasting over de kolen die ze stoken — verdwijnt. De CO₂-belasting, een Nederlandse heffing bovenop de Europese CO₂-prijs, stijgt.
Maar daar staat geen verlaging van bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting tegenover. Sterker, voor kleine bedrijven gaat die juist terug van 15 naar 19 procent. Dat moet de schatkist 1,3 miljard euro opleveren.
Niet alleen de energiebelastingen stijgen. Het vorige kabinet verhoogde de lasten voor bedrijven met 7 tot 8 miljard euro per jaar. Dit kabinet doet daar nog eens 6 miljard euro bij.
Ook burgers betalen meer. Onder de kabinetten-Rutte is de assurantiebelasting, op verzekeringen, verhoogd van 7,5 naar 21 procent. De btw ging van 19 naar 21 procent. De hypotheekrenteaftrek wordt verlaagd. De arbeidskorting en algemene heffingskorting zijn inkomensafhankelijk gemaakt met als gevolg dat middeninkomens over iedere extra verdiende euro niet alleen 37 cent belasting betalen, maar ook 12 cent belastingvoordeel zijn kwijtgeraakt. De belastingen op afvalstoffen en leidingwater, en de accijns op sigaretten, zijn in tien jaar tijd verdubbeld.
De collectieve lastendruk is sinds 2010, het jaar dat Mark Rutte (VVD) premier werd, volgens het CBS gestegen van 35,2 naar 39,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
Zelfs de coalitiepartijen vonden dat een beetje te gek worden en spraken af om de lastendruk te verschuiven van burgers naar bedrijven. Dat gebeurt volgens het CPB dit jaar: gezinnen betalen 3 miljard euro minder, bedrijven 2,5 miljard euro meer. Maar dat komt vooral door de verhoging van de vennootschapsbelasting voor midden- en kleinbedrijven.
Is belastingverlaging geen optie?
Klaas Knot van De Nederlandsche Bank waarschuwde vorige week bij Buitenhof tegen loonsverhogingen van meer dan 6 of 7 procent. Dan ‘zullen ondernemers en werkgevers geen keuze hebben dan hun prijzen opnieuw te verhogen,’ zei de centralebankpresident, waarop de vakbonden weer hogere lonen zullen eisen: een loon-prijsspiraal.
Het kabinet zou een handje kunnen helpen door de inkomstenbelasting te verlagen. Dan houden werkenden meer geld over en hoeven bedrijven hun prijzen niet te verhogen. Bijkomend voordeel is dat belastingverlaging het aantrekkelijker maakt om (meer) te gaan werken, wat de personeelstekorten terugdringt: twee vliegen in één klap.
Maar dat zou ook betekenen dat het kabinet de hand op de knip moet houden om de begroting sluitend te krijgen. Dat lijkt geen optie.