De Spaanse premier Mariano Rajoy heeft zijn hele politieke carrière gebouwd op afwachten. Die tactiek werkt nu averechts, schrijft ik in NRC.
Rajoy is geen man van het grote verhaal. Toen hij eind jaren negentig in Madrid zijn opwachting maakte, stond er een hele generatie rechtse politici klaar om José María Aznar op te volgen. Niemand die in de Galiciër een toekomstige partijleider, laat staan een toekomstige premier, zag. Rajoy was bescheiden en hield zich op de achtergrond.
In de jaren daarop viel echter de ene na de andere kroonprins door de mand (soms na een duwtje in de rug door Rajoy). Tegen de tijd dat de Partido Popular (PP) een nieuwe leider moest kiezen, was hij als enige overgebleven.
Nooit de vlucht naar voren nemen en wachten tot je tegenstanders fouten maken — het is een wijsheid waar Rajoy zijn carrière op heeft gebouwd.
Rajoy zit op zijn handen
Toen in 2012 de rente op de Spaanse overheidsschuld opliep, en het er even op leek dat zijn land Griekenland en Portugal achterna zou kunnen gaan, weigerde Rajoy, inmiddels premier, de Europese Unie om hulp te vragen. De paniek nam toe, maar Rajoy was onbeweeglijk. Zijn politiek van uitstel werd beloond toen de Europese Centrale Bank besloot Spaans schuldpapier op te kopen.
Na de verkiezingen van 2015 was het niet anders. Zijn partij was weliswaar de grootste gebleven, maar had de meerderheid verloren. Rajoy ging op zijn handen zitten. Na zes maanden van onderhandelingen tussen de andere partijen, en nogmaals verkiezingen, ging de Socialistische Partij (PSOE) overstag: Rajoy kon een minderheidsregering vormen.
Geen wonder dus dat hij nauwelijks initiatief toont in de Catalaanse kwestie. De inzet is nu echter wel erg hoog: niets minder dan de eenheid van Spanje staat op het spel.
Autoritair
Na weken van dreigementen, en met steun van de andere grote partijen in Madrid, is Rajoy overgegaan tot het opschorten van de Catalaanse autonomie. Wettelijk gezien is het de logische volgende stap. De Catalanen luisterden niet naar het Constitutioneel Hof en dreigden de onafhankelijkheid uit te roepen. De Grondwet schrijft voor dat een regio dan het zelfbestuur verliest.
Maar de politieke realiteit is minder helder. Door de Guardia Civil (de staatspolitie) Catalonië in te sturen om een referendum tegen te houden en nu het zelfbestuur in te trekken bevestigt Rajoy het beeld dat zoveel Catalanen van Madrid hebben: autoritair en niet bereid tot compromis. Elke reactie van Rajoy zet alleen maar meer kwaad bloed.
Hoog spel
De Catalanen spelen ook hoog spel en daar herinnert Rajoy constant aan. Maar de tijd van zwartepieten is voorbij. Spanje stevent niet langer af op een constitutionele crisis. Het zit er middenin. Wil Rajoy de geest nog terug in de fles krijgen, dan moet hij met een groot gebaar komen: een grondwetsherziening, een legaal referendum, een excuus voor het politiegeweld van 1 oktober.
In plaats daarvan loopt hij nog steeds achter de feiten aan.
Rajoy heeft laten doorschemeren dat over fiscale autonomie valt te praten — iets waar de Catalanen al jaren om vragen — maar op voorwaarde dat Barcelona als eerste inbindt.
Hij is, op aandringen van de socialisten, nu bereid een parlementaire commissie in te stellen om te onderzoeken of de Grondwet moet worden herzien. Een proces dat maanden, zo niet jaren gaat duren.
Het is te weinig en te laat. Was Rajoy een paar maanden geleden met dergelijke voorstellen gekomen, dan had hij wellicht een hoop narigheid kunnen voorkomen. Nu neemt een groot deel van de Catalaanse bevolking met niets minder dan onafhankelijkheid meer genoegen.