Nadat Poetin Oekraïne binnenviel bleek het klimaat toch niet de grootste crisis
Door de oorlog dringt het besef door dat we niet zo snel van fossiele brandstoffen afkomen.
Op de klimaattop in Glasgow werd vorig jaar het einde van de steenkool aangekondigd. Toch worden nu steenkolencentrales heropend. In België gingen de kerncentrales dicht. Nu blijven ze open. Rutte IV wilde van Nederland de klimaatkoploper van de wereld maken. Inmiddels heeft het kabinet wel iets anders aan het hoofd.
Het is de tragiek van de klimaatlobby, schrijf ik in Wynia’s Week: steeds als het klimaat met succes naar de top van de politieke agenda wordt geduwd, komt er een dringender crisis voorbij. In 2006 was het klimaat dankzij Al Gore vooral in de westerse wereld thema nummer één, maar in 2007 begon de financiële crisis, die in Europa werd gevolgd door de eurocrisis.
In 2017 was er eindelijk economische ruimte voor ambities op klimaatgebied, maar al in 2020 werd de aandacht weggetrokken door Corona. Met uitzicht op het einde van de pandemie werkte Frans Timmermans in Brussels driftig aan een Europese klimaatagenda. Toen viel Poetin Oekraïne binnen en was de wereld weer veranderd.
Toch niet van het gas af
De Oekraïne-oorlog raakt het klimaatbeleid direct. Energie staat in het klimaatbeleid immers centraal en dat geldt evenzeer voor de relatie tussen Rusland en West-Europa, waaronder Nederland. De Nederlandse regering wilde van olie, gas en steenkool af. Om die reden kregen burgers doelbewust hoge energieprijzen getrakteerd, om ze te dwingen tot dure woningisolatie, dito warmtepompen en minder autokilometers. Maar toen Poetin de prijzen opdreef werd alles anders.
Nederland wilde als enige land ter wereld van het gas af — en wel in hoog tempo. Inmiddels wil heel Europa van het Russische gas af, maar niet onmiddellijk en niet van gas in het algemeen. Er worden juist nieuwe voorzieningen voor gasaanvoer georganiseerd, met name per schip. Het afsluiten van de gasproductie van Groningen is plotseling niet meer zo zeker. Alles wijkt als Poetins machtige arm dat veroorzaakt.
Toen: het klimaat voor alles
Vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen beweerde D66-leider Sigrid Kaag nog dat de aanpak van de klimaatverandering geen dag kon wachten: het was volgens haar ‘doen of doodgaan’. Jesse Klaver van GroenLinks noemde het een ‘leugen’ dat kernenergie zou kunnen bijdragen aan een schonere toekomst. Nieuwe centrales zouden niet voor 2030 in gebruik kunnen worden genomen, en dan was het volgens Klaver te laat.
In het buitenland waren politici niet minder alarmistisch. De nieuwe driepartijenregering in Duitsland zei dat het tijd was voor een ‘klimaatrevolutie’. Het land moest voor 2030 van steenkool af en een ‘wereldleider’ worden op het gebied van groene waterstof. Joe Biden hield de klimaattop in Glasgow voor dat de wereld slechts een ‘korte tijdspanne’ had om een ‘catastrofe’ te voorkomen. Hij beloofde de Amerikanen een vierjarenplan voor het klimaat van maar liefst 2 biljoen dollar. Ter vergelijking: de hele Amerikaanse economie was vorig jaar 21 biljoen dollar waard.
Dat de wereld niet in 2030 vergaat, hebben Jacques Hagoort en Arnout Jaspers eerder uitgelegd. Door de oorlog in Oekraïne dringt het besef ook elders door dat we zo snel niet van fossiele brandstoffen afkomen. En dat de ‘klimaattransitie’ zonder kernenergie helemaal een lastige opgave wordt.
Biden heeft miljarden kunnen steken in elektrische auto’s, energiebesparende maatregelen — zoals betere isolatie van sociale huurwoningen — het openbaar vervoer, modernisering van het elektriciteitsnet en het saneren van oude kolenmijnen. Grotere investeringen in verduurzaming en vergroening stuiten echter op verzet in het Congres, waar zelfs enkele leden van Bidens eigen Democratische Partij moeite hebben met de kosten.
Waar vorig jaar nog over hogere benzineaccijns werd gesproken om elektrisch rijden aan te moedigen, hebben de staten Connecticut en Maryland, waar de Democraten aan de macht zijn, en Georgia, wat in handen is van de Republikeinen, hun accijns dit jaar afgeschaft. De linkse gouverneur van het nog linksere Californië, Gavin Newsom, wil autobezitters een eenmalige subsidie van 400 dollar geven om de hoge brandstofprijzen op te vangen. De Green New Deal is in de ijskast gezet.
Fracken
Amerika is dankzij schaliegas en -olie niet meer afhankelijk van fossiele brandstoffen uit het Midden-Oosten. De techniek, waarbij een mix van chemicaliën, water en zand onder hoge druk in schaliegesteente worden gepompt, waardoor scheurtjes ontstaan en het gas of olie ontsnapt, is in Europa controversieel.
Eén angst is dat de chemicaliën die bij dit fracken worden gebruikt, het grondwater zouden verontreinigen. Dat is niet onmogelijk, maar het is nauwelijks voorgekomen. Water zit veel hoger in de grond dan olie en gas. Ook zou fracken aardbevingen kunnen veroorzaken, maar ja, we weten in Nederland dat reguliere gaswinning dat ook doet.
Biden heeft de Amerikaanse olie- en gassector opgeroepen om meer te produceren. Die vragen de president op zijn beurt om meer vergunningen af te geven om naar olie en gas te kunnen boren op federaal land en in territoriale wateren. Onmiddellijk na zijn aantreden kondigde Biden een vergunningenstop af. Ook weigerde hij goedkeuring te verlenen aan de bouw van een oliepijpleiding tussen Canada en de havens van Texas. Bedrijven als Chevron en ExxonMobil staan dan ook niet te springen om nieuwe projecten aan te gaan. Voor je het weet verandert Biden weer van gedachten.
Schaliegas in Europa?
In Europa wordt helemaal niet naar schaliegas of -olie geboord. Een aantal landen, waaronder Frankrijk, heeft het zelfs verboden. Gazprom belobbyde de Europese Commissie jarenlang om schaliegas in de hele Europese Unie te verbieden. De Russische gasmonopolist zag het — terecht — als een gevaar, zoals Wouter Roorda elders in Wynia’s Week beschrijft. Van zo’n verbod is het niet gekomen, maar of schaliegas in Europa een tweede kans krijgt is maar de vraag. Wel laat Europa de morele bezwaren tegen schaliegas uit Amerika varen.
De EU wil de afhankelijkheid van Russisch gas dit jaar met twee derde terugdringen. Binnen vijf jaar zou het blok helemaal geen olie en gas meer uit Rusland moeten importeren. Dat is weinig tijd om olie en gas helemaal uit te faseren. Dus moeten de brandstoffen ergens anders vandaan komen.
Biden is bereid nog eens 15 miljard kuub vloeibaar aardgas (LNG) aan Europa verkopen. Op de middellange termijn moet er zelfs 50 miljard kuub bij. De landen van de Europese Unie importeerden vorig jaar 155 miljard kuub gas uit Rusland.
De Amerikaanse export van LNG nam de afgelopen jaren al flink toe. In 2021 verkochten de Amerikanen ons 22 miljard kuub gas, alleen al in januari van dit jaar nog eens 4,4 miljard. Daar waren bijna 300 schepen voor nodig. Het Amerikaanse gas gaat vooral naar Frankrijk en Spanje, die beide LNG-terminals aan de Atlantische Oceaan hebben gebouwd. Nederland staat in de import op plek drie.
De EU heeft 26 LNG-terminals, waarvan de helft aan de Middellandse Zee. Voor Noordwest-Europa zijn de terminals in Rotterdam, Zeebrugge en Duinkerken het belangrijkst.
Duitsland heeft nog nul capaciteit om vloeibaar aardgas te importeren. Gasunie en Vopak, die de LNG-terminal van Rotterdam beheren, probeerden vijf jaar lang een soortgelijke terminal in Hamburg te bouwen, maar stuitten op tegenwerkingvan de lokale bureaucratie en de milieubeweging. Pas nu ziet Duitsland het nut van LNG in en wil het zo snel mogelijk twee terminals bouwen.
Weer aan de kernenergie…
Ook gaan in Duitsland stemmen op om de drie overgebleven kernreactoren een tijdje langer te laten draaien. Duitsland had tien jaar geleden nog zeventien reactoren, maar die werden door Angela Merkel bijna allemaal gesloten. De Duitse uitstoot van broeikasgas is daardoor gestegen, omdat het land noodgedwongen meer kolen en gas is gaan verbranden om stroom op te wekken. Het wil echter ook van de kolen en het (Russische) gas af. Dat wordt lastig zonder kernenergie. De huidige planning is nog steeds om de drie laatste reactoren dit jaar te sluiten.
België is al om. De kerncentrales van Doel en Tihange zouden in 2025 dichtgaan, maar blijven tot 2035 in gebruik. De twee centrales, met samen zeven reactoren, leveren ongeveer 30 procent van de Belgische elektriciteit.
Milieuregels in ander daglicht
Emmanuel Macron beloofde kiezers vijf jaar geleden nog dat hij kernenergie stapsgewijs zou uitfaseren. Inmiddels dringt hij aan op nieuwe centrales. Frankrijk heeft nog steeds gas nodig voor de verwarming, maar hoeft voor het opwekken van elektriciteit nauwelijks gas te importeren. Het land stoot bijna 60 procent minder broeikasgassen uit dan Duitsland. Dat is aan kernenergie te danken.
Niet alleen energiebeleid is door de oorlog in Oekraïne in een ander daglicht komen te staan. Ook milieuregels voor de landbouw staan ter discussie. Uit angst voor voedselschaarste stelt de Europese Commissie het doel om het gebruik van pesticiden voor 2030 met de helft te verminderen uit. Ook hoeven boeren minder land braak te laten liggen dan vorig jaar was afgesproken.
D66 wilde in Nederland van de helft van de veestapel af en kreeg in het regeerakkoord van Rutte IV in zoverre haar gelijk dat er 25 miljard euro wordt uitgetrokken om een derde van de veeboeren uit te kopen. Dat is weliswaar om de biodiversiteit te bevorderen (en dus niet het klimaat), maar ook hier slaat Poetin toe.
Toen voedselzekerheid geen zorg was, konden we natuur en klimaat voor laten gaan. De hoge grondstofprijzen en oorlog in Oekraïne hebben echter duidelijk gemaakt dat betaalbaar eten geen vanzelfsprekendheid is.
Poetin brengt hypocrisie aan het licht
De Oekraïne-oorlog leidt zo tot paradoxale effecten en brengt op het gebied van het klimaatbeleid hypocrisie aan het licht. Polen verzette zich in Europees verband tegen het uitfaseren van kolen, maar loopt nu voorop in het verbieden van de Europese import van Russische steenkool. Nederland maakte gas eerst duur voor consumenten en nu weer goedkoper. Onder Poetins druk wordt alles vloeibaar.
Nog een prangende paradox: de Europese Unie en de meeste Navo-landen willen af van de import van fossiele brandstoffen uit Rusland, al helemaal omdat Poetin daarmee zijn oorlog betaalt. Alleen: nu nog even niet, want daarvoor is de afhankelijkheid van Poetins energie te groot. Poetin op zijn beurt zou de EU maar wat graag willen straffen door bijvoorbeeld de gaskranen dicht te draaien, maar hij heeft de inkomsten te hard nodig. Beide zijden van de pomp dreigen met een boycot, maar voor beide zijden zijn de consequenties te heftig.
Een boycot van Rusland is geen einde van ‘fossiel’
De lachende derde zijn de landen die de Russen niet boycotten, zoals China en India. Voorzover dat logistiek mogelijk is, nemen die de fossiele overschotten uit Rusland maar wat graag op een koopje over.
Poetin gaat de olie- en gasproductie niet terugschroeven. Als Amerika meer gaat produceren, Iran wellicht weer gaat exporteren, zodra het een nieuwe atoomdeal heeft gesloten met de Verenigde Staten, en Europa niet meer uit Rusland koopt, zouden de wereldprijzen wel eens kunnen dalen, wat niet in lijn is met de ‘energietransitie’ zoals doorgaans bedoeld. ‘Groene’ stroom uit windmolens en zonnepanelen wordt dan bijvoorbeeld minder concurrerend.
Of Poetins energiecrisis de fossielvrije wereld dichterbij brengt valt zo nog maar zeer te bezien.