Groene netwerken van vier partijen doen handreiking voor regeerakkoord
Leden van CDA, D66, GL-PvdA en VVD pleiten voor doorbraken in landbouw- en voedselbeleid.
Het volgende kabinet moet duidelijke keuzes maken om de land- en tuinbouw, de miljoenen landbouwdieren in Nederland en de natuur weer perspectief te geven. Daar is draagvlak voor in het hart van de Nederlandse politiek.
Dat bijkt uit meerdere duurzaamheidsoverleggen die ik het afgelopen jaar voor Liberaal Groen heb gevoerd met de ons verwante afdelingen, netwerken en werkgroepen van CDA, D66 en GroenLinks-PvdA.
We zijn het weliswaar niet altijd eens over het ‘hoe’ en ‘waarom’, maar delen een optimisme over wat mogelijk is. En een gevoel van urgentie om uit de impasse te komen. We willen niet doormodderen; het is tijd voor doorbraken.
Duurzaamheidsoverleg
Eind 2024 is, op initiatief van de D66 thema-afdeling Duurzaam, het Duurzaamheidsoverleg Politieke Partijen (DoPP) hervat. Al meer dan tien jaar praten de duurzaamheidsafdelingen en -netwerken van verschillende partijen in het DoPP om de zoveel tijd over bijvoorbeeld energie-, klimaat- en landbouwbeleid. In 2017 en 2021 leidde deze gesprekken tot aanbevelingen voor het regeerakkoord.
Ook het CDA Duurzaamheidsnetwerk en de relevante werkgroepen van GroenLinks-PvdA doen dit jaar mee. Leden van NSC en Volt hebben aan enkele, maar niet alle, gesprekken deelgenomen. BBB en ChristenUnie waren uitgenodigd om mee te praten. JA21 en PVV kennen (nog) geen specialistische of thematische netwerken.
Parallel aan het overleg over landbouw en voedsel praat Liberaal Groen ook mee in een duurzaamheidsoverleg energie. Daar zijn de verschillen van mening groter.
Over de gesprekken
Het landbouwoverleg is gevoerd op basis van de inbreng en amendementen van de deelnemers op de verkiezingsprogramma’s van hun eigen partijen. Wij hebben als bestuurders van thema-afdelingen en -netwerken immers geen mandaat om met elkaar te onderhandelen. We kunnen wél alles dat we reeds op papier hebben staan eens in elkaar schuiven om te zien of en waar we het onderling (bijna) over eens zijn.
Voor Liberaal Groen waren dat onze inbreng en amendementen op de VVD-verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamer van 2023 en 2025 en voor het Europees Parlement van 2024. Daarvan zijn de conceptversies meestal door onze specialistische teams en bestuursleden geschreven, voorgelegd aan de circa 950 leden van het netwerk, en aan de hand van hun op- en aanmerkingen aangepast en aangevuld.
Dan blijft er nog grijs gebied over. Liberaal Groen heeft bijvoorbeeld eerder geen standpunten ingenomen over gemeenschapslandbouw of pacht. Anderen wel, en vonden het ook belangrijk om daar iets in het stuk over op te nemen.
Tussen de gesprekken met de andere partijen door heb ik de rest van het bestuur en Team Voedsel van Liberaal Groen iedere keer op de hoogte gehouden en hen over dit soort vragen geraadpleegd. Gemeenschapslandbouw en pacht bleken niet zo ingewikkeld. Voor die eerste willen we ‘barrières’ wegnemen. Daar kan de VVD toch zelden tegen zijn. Voor de tweede hebben we de kernpunten uit een initiatiefnota van Laura Bromet (GL-PvdA) en Thom van Campen (VVD) overgenomen. Over gentech en gewasbescherming daarentegen zijn tot het laatste overleg veel conceptteksten over en weer gegaan.
Ook het VVD-hoofdbestuur en andere thematische netwerkvoorzitters zijn in juni en in september geïnformeerd over de voortgang en onze voornemens. Veel proces dus om uiteindelijk met een goed gevoel het logo van Liberaal Groen boven 26 punten van inhoudelijke overeenstemming te kunnen plaatsen.
Akkoord op hoofdlijnen
De uitkomst is geen kant-en-klaar plan om Nederland van het stikstofslot te krijgen, noch een blauwdruk voor de toekomst van land- en tuinbouw. Het is aan de politiek om de grote lijnen uit te zetten. Zo willen we alle vier meer grondgebondenheid, minder vervoer van dieren en mest door het land en Europa, meer ‘groene’ gewasbescherming (biologische stoffen, maar ook natuurlijke plaagbestrijders) in plaats van chemie, Renure in plaats van kunstmest.
Logische vervolgvragen zijn: Wat betekent ‘meer’ grondgebondenheid? Of ‘minder’ landbouwgif? Daar zijn serieuze ideeën over. Harm Holman (NSC) en Pieter Grinwis (CU) stellen in hun Wet grondgebondenheid en verantwoorde mestafzet normen voor voor hectares grasland per koe en tot hoeveel kilometer van een bedrijf mest zou mogen worden afgezet. Toen Frans Timmermans (GL-PvdA) nog Eurocommissaris was, stelde hij een halvering in het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de Europese Unie voor.
Maar laat dit soort keuzes vooral bij de behandeling van nieuwe wetten (of, in Europa: richtlijnen en verordeningen) worden afgewogen op basis van actuele wetenschappelijke kennis en praktijkervaring. Henri Bontenbal, Joost Eerdmans, Rob Jetten, Jesse Klaver en Dilan Yeşilgöz zijn verstandige mensen. Toch zou ik hen niet willen vragen om aan de formatietafel te beslissen hoeveel grootvee-eenheden (gelijk aan één melkkoe) per hectare we het beste in Nederland kunnen houden. Of welke gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden uitgefaseerd en wanneer. We maken dat soort keuzes dan ook niet in onze handreiking.
Er is niet één oplossing
We kiezen niet voor één oplossingsrichting. Het CDA ziet een grote rol weggelegd voor agrarisch natuurbeheer in de vergroening van land- en tuinbouw. GroenLinks-PvdA houdt van biologisch. D66 en VVD kijken met veel interesse naar nieuwe teeltmethodes en technieken, zoals (precisie)fermentatie en kweekvlees.
Liberaal Groen heeft ook in eerdere bijdragen nadrukkelijk niet gekozen voor één duurzaam model om voedsel te produceren. Daar zijn we nog steeds te liberaal voor. De overheid moet volgens ons de randvoorwaarden schetsen waarbinnen boeren en tuinders kunnen verduurzamen: circulair, klimaatneutraal of natuurinclusief. Dat kan dus in combinatie met biotechnologie uit een fabriek of onder glas of extensief. Het gaat ons minder om het hoe, en vooral om het resultaat: vruchtbare bodems, schone lucht, schoon water, gezonde en blije dieren, natuurherstel, een lage klimaatimpact, een winstgevende agrarische sector, en een gevarieerd en gezond voedselaanbod.
Voor mij is het winst dat ook de collega’s in CDA, D66 en GroenLinks-PvdA gebruiksnormen en middelvoorschriften willen vervangen door doelsturing. (Daar heeft Liberaal Groen wél een plan van uitvoering voor. Zie Afrekenbare stoffenbalans.)
Ik ben ook blij dat we gezamenlijk en nadrukkelijk de tegenstelling tussen natuur en dierenwelzijn enerzijds en boeren en voedselzekerheid anderzijds verwerpen. Natuurlijk is de praktijk weerbarstig en zijn ideale oplossingen schaars. Maar er zijn ook partijen, die niet aan dit duurzaamheidsoverleg hebben deelgenomen, die de tegenstellingen uitvergroten om anderen voor het blok te zetten. Ik wil juist — blijven — zoeken naar integrale oplossingen die én het milieu én de dieren én boeren én onze voedselvoorziening ten goede komen. Die zijn er wel degelijk.
Klik hier om de handreiking te lezen op de website van Liberaal Groen of download het document hieronder.



Fijn Nick, wat een mooi proces op inhoud en dank voor de enorme inzet hiervoor 💪