De strijd is cultureel, dat maakt de VVD tot de nieuwe middenpartij
De politieke tegenstellingen hebben nog maar weinig met economische belangen te maken.
De politieke tegenstellingen hebben nog maar weinig met economische belangen te maken, meen ik in NRC. Er is sprake van een culturele strijd. Dat opent deuren naar onvoorstelbare coalities.
Uit de afgelopen paar verkiezingsdebatten zijn een aantal ongewone coalities naar voren gekomen. Alleen D66 en GroenLinks pleiten voor het opnemen van meer vluchtelingen. CDA, PvdA en SP vinden juist dat Nederland al genoeg heeft gedaan. Alleen D66 en de PvdA vinden dat Nederland de eigen cultuur voldoende heeft beschermd, maar als het CDA voorstelt het verheerlijken van geweld strafbaar te stellen, verzetten ook de SP en VVD zich daartegen. Zodra het over Europa gaat, schuift de SP juist op naar de PVV en sluit het CDA zich aan bij de liberalen.
Het laat zien dat de links-rechts tegenstelling waar we zo aan gewend zijn de werkelijke politieke verhoudingen niet langer weergeeft. Dit is niet alleen in Nederland het geval. Ook in de landen om ons heen en in de Verenigde Staten verdraait de politieke as. Denk aan Donald Trump, die vakbondsleden in grote industriestaten van de Democraten naar de Republikeinen wist over te halen. Of kijk naar Emmanuel Macron, die in Frankrijk steun verwerft van zowel linkse als rechtse kiezers.
De Amerikanen hebben al langer ervaring met een politieke strijd die weinig met economische belangen en alles met waarden en normen te maken heeft. Culture war, noemen ze dat. We gaan in Europa ook die kant op.
Weinig liberalen die tegen welvaartsstaat zijn
De links-rechts tegenstelling zoals wij die kennen stamt uit het begin van de twintigste eeuw: de arbeider stond toen tegenover de burgerij, de werknemer tegenover de werkgever, de sociaal-democraat tegenover de liberaal. Die economische verschillen zijn kleiner geworden. Er zijn weinig liberalen die helemaal af willen van de welvaartsstaat en nog minder socialisten die denken dat de markteconomie kan worden opgedoekt.
De grote vraagstukken van onze tijd zijn cultureel en immaterieel van aard. Hoeveel asielzoekers kunnen we aan? Hoe ver moet de Europese eenwording gaan? Wie zijn we eigenlijk? Wat betekent het om Nederlander te zijn?
In die context kunnen we D66 en GroenLinks aan de ene kant en de PVV aan de andere kant plaatsen. Wat de eerste twee partijen betreft mogen de grenzen open. Vluchtelingen opnemen vinden zij een kwestie van beschaving. Met een federaal Europa hebben ze niet veel moeite.
De PVV daarentegen bouwt het liefst een muur om het land. Partijen als 50Plus en de SP schurken wat dat betreft een beetje tegen Geert Wilders aan.
Dat komt omdat je de tegenstelling ook als een strijd tussen de toekomst en het verleden kunt zien. Voor D66- en GroenLinks-stemmers gaat het allemaal de goede kant op. De emancipatie van vrouwen en homo’s, de feminisering van de samenleving, de flexibilisering van de arbeidsmarkt, grote steden, open grenzen en verschillende culturen samen — een hoogopgeleide kosmopoliet voelt zich in deze tijd thuis. Voor de achterban van 50Plus, PVV en SP verandert de wereld wel erg snel.
Best behoefte aan paternalisme
Voor de ooit-grote middenpartijen is de vraag hoe zij om moeten gaan met deze nieuwe tegenstelling: sluiten zij zich bij een van beide kampen aan of proberen zij juist het gat te dichten? Het CDA kiest het duidelijkst partij: die probeert kiezers weg te halen bij de PVV. Als je naar Sybrand Buma luistert is het hier kommer en kwel. Nederland kampt volgens hem met een morele crisis. Het ontbreekt ons aan saamhorigheid. Ons drugsbeleid is te soft en onze aanpak van islamisten te omslachtig. Zijn oplossing is een Vader Staat die iedereen in het gareel dwingt.
Daarmee neemt hij niet vandaag nog Wilders de wind uit de zeilen, maar het succes van Angela Merkel in Duitsland en Theresa May in het Verenigd Koninkrijk laat zien dat er best behoefte is aan paternalisme: precies waar de D66- en GroenLinks-kiezer van walgt.
PvdA faalt dubbelop, VVD in balans
De PvdA en VVD zitten in de spagaat. De eerste probeert zowel progressieve kiezers bij D66 en GroenLinks weg te halen als de traditionele achterban — arbeiders en gepensioneerden — bij de PVV weg te houden. De partij lijkt in beide opzichten te falen. De VVD doet het beter. Wanneer Mark Rutte ‘pleur op’ zegt als je je hier niet aan wilt passen, dan spreekt dat toch een deel van de potentiële PVV-kiezers aan zonder dat hij daarmee liberalen aan D66 verliest.
Tegelijkertijd verzet de VVD zich tegen het beschavingsoffensief van Buma. Waar de CDA’er bereid is aan vrijheden te tornen om de nationale eendracht te bevorderen, trekt de VVD een streep. Ook moet Rutte niets hebben van pessimisme en nostalgie. Bang voor de toekomst is onze premier niet.
Daar zit een spanning tussen die de VVD kan gaan opbreken. Vrijzinnige kiezers zouden teleurgesteld kunnen raken wanneer de partij zich te nationalistisch opstelt en die hebben in D66 een alternatief. Conservatieve kiezers zouden zich bedrogen kunnen voelen als Rutte weer met links in zee gaat en rechtse beloften breekt. Zij kunnen zich dan tot Wilders wenden.
Vooralsnog weet de VVD echter de balans te vinden. Op die manier maakt de partij zich politiek onmisbaar. In de oude links-rechts tegenstelling was het CDA als middenpartij altijd nodig om een regering te vormen. In de nieuwe context neemt de VVD die rol over.