D66 en VVD krijgen steun voor dierwaardige veehouderij en kweekvlees
De liberale partijen vonden de voorstellen van minister Piet Adema te mager.
De Tweede Kamer steunde dinsdag bij meerderheid een amendement van D66 en VVD om de zes leidende principes van een dierwaardige veehouderij vast te leggen in de wet. Ook komt er een deadline van 2040. Dan zouden alle stallen moeten zijn aangepast aan de gedragsbehoeften van dieren in plaats van dieren aan de veehouderij.
De Partij voor de Dieren had een verderstrekkend amendement ingediend, waar 45 Kamerleden voor stemden: linkse partijen plus Dion Graus. De rest van de PVV stemde tegen, hoewel de partij drie jaar geleden nog vóór de wetswijziging was die het verbood om dieren pijn of letsel toe te brengen, dan wel in hun gezondheid of welzijn te benadelen, met als doel ze op een bepaalde manier te huisvesten.
Minister van Landbouw Piet Adema (CU) vond de nieuwe Wet dieren ‘onuitvoerbaar’. Inherent aan de intensieve veehouderij is immers dat dieren lijden onder hun huisvesting. Kippen en varkens worden met teveel soortgenoten opgehokt. Uit stress en verveling gaan ze elkaar bijten. Daarom worden snavels ingekort, tenen verwijderd en staarten afgebrand. Dit soort ‘medisch onnodige ingrepen’ zijn eigenlijk al verboden, maar worden gedoogd. In september stemde de Tweede Kamer — ook de PVV — nog voor een motie van Tjeerd de Groot (D66) om nu echt een einde te maken aan dergelijke verminkingen.
Adema wil pas in 2026 ‘beginnen’ met het ‘uitfaseren’ van het afbranden van varkensstaarten. Kippenkooien zouden in 2030 worden verboden. In de tussentijd zou de bezettingsgraad van vleeskuikens met anderhalve kip per vierkante meter worden verlaagd.
Adema stelde verder voor om een ‘eerste stap’ te zetten om de ‘afvoerleeftijd’ van kalveren — wanneer ze van de boerderij waar ze zijn geboren, mogen worden vervoerd naar een gespecialiseerde kalverhouderij — te verhogen van 14 naar 28 dagen.
De ‘speenleeftijd’ van biggen — wanneer ze bij hun moeder worden weggehaald — zou van 21 naar 25 dagen gaan. Terwijl de Europese Varkensrichtlijn 28 dagen voorschrijft…
Partijen niet onder de indruk
Geen wonder dat partijen niet onder de indruk waren van Adema’s voorstellen.
Tegelijkertijd was er geen meerderheid voor het amendement van de PvdD, dat per diersoort concretiseert wat een ‘dierwaardige’ veehouderij inhoudt. De NSC van Pieter Omtzigt vond dit ‘radicaal’. De VVD was bezorgd dat teveel detail in de wet prijsafspraken tussen boeren en supermarkten zou bemoeilijken.
De supermarkten willen vanaf 2030 alleen nog verse eieren, vlees en zuivel uit Nederland verkopen als die voldoen aan de voorwaarden van een ‘topkeurmerk’, zoals 2 of 3 sterren van Beter Leven. Via een keurmerk of duurzaamheidsstandaard mogen zij boeren een meerprijs betalen voor bovenwettelijke eisen. Daarmee kunnen boeren hun investeringen in dierwaardigheid terugverdienen. Supermarkten mogen niet samenspannen om boeren meer te betalen omdat ze aan de wet voldoen. Dat is kartelvorming.
Het amendement van De Groot en Thom van Campen (VVD) concretiseert daarom niet wat ‘dierwaardigheid’ betekent, maar stelt wel zes voorwaarden: de zes leidende principes voor dierwaardigheid van de Raad voor Dierenaangelegenheden. Dat zijn: erkenning van de intrinsieke waarde en de integriteit van het dier, goede voeding, een goede omgeving en goede gezondheid, het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag en een positieve emotionele toestand. Binnen een jaar moet de minister van Landbouw maatregelen van bestuur afkondigen voor nieuwbouw van stallen, in 2040 zouden alle houderijsystemen aan de zes voorwaarden moeten voldoen. Op die manier krijgt de sector én duidelijkheid én een redelijke overgangstermijn. Een nieuwe Autoriteit Dierwaardige Veehouderij moet op de naleving toezien.
BBB, GroenLinks-PvdA, PvdD, SGP en SP stemden tegen. De BBB en SGP vonden het voorstel van D66 en VVD te ver gaan, de linkse partijen vonden het juist te mager. Dankzij de steun van ChristenUnie, Denk, JA21, NSC, PVV en Volt was er een meerderheid.
Gelijk speelveld in Europa
Nederland is geen autarkie. We importeren en exporteren zo’n 75 procent van ons voedsel, uitgedrukt in waarde. Nederland is zelfs de grootste exporteur van vlees in Europa. We produceren drie keer meer varkensvlees dan we eten. We importeren bijna de helft van onze kalveren en exporteren 90 procent van het kalfsvlees. Nederland is de vijfde zuivelexporteur ter wereld met een marktaandeel van 5 procent. Toch importeren we 60 procent van de zuivel die we consumeren: niet veel kaas en melk, wel producten waar zuivel in zit, zoals koekjes.
Als we in Nederland de normen voor diergezondheid en dierenwelzijn in de veehouderij verhogen, en andere landen doen dat niet, dan worden we minder concurrerend. Gelukkig is er in zowel de Tweede Kamer als de EU steun om de normen in heel Europa te verhogen.
Van Campen en Laura Bromet (GL-PvdA) riepen de regering in een motie op om in te zetten op verbetering van dierenwelzijn in de hele Europese veehouderij. Alle partijen stemden voor.
In Duitsland komen dit jaar welzijnsetiketten op vlees, vergelijkbaar met het Beter Leven-keurmerk in Nederland maar dan met vijf in plaats van vier schalen (nul sterren meegerekend, want het wettelijk minimum is ook de laagste schaal in Duitsland).
In Denemarken is dit jaar, niet toevallig, een convenant met de varkenssector gesloten om de gezondheid en het welzijn van de dieren te verbeteren. Denemarken is de grootste exporteur van varkens en varkensvlees naar Duitsland, Nederland de tweede grootste exporteur. De Denen rekenen erop dat de vraag naar dierwaardig geproduceerd vlees in Duitsland de komende jaren zal toenemen.
Alle partijen steunden ook een motie van Sandra Beckerman (SP) en Pieter Grinwis (CU) om import uit landen met lagere dierenwelzijnsnormen te weren. Frankrijk dringt hier bij de Europese Commissie op aan.
Een motie van De Groot verzoekt de minister van Landbouw om tegen de nieuwe EU-Transportverordening voor levende dieren te stemmen. Die telt transport over zee niet mee in de maximaal toegestane reistijd van dieren en staat zelfs expliciet het vangen van kippen aan de poten toe, wat bij de dieren leidt tot stress, bloedingen en botbreuken.
Wederom was er een meerderheid in de Tweede Kamer; alleen BBB en SGP stemden tegen. Of Nederland een blokkerende minderheid in de Europese Raad zal vinden, is echter de vraag. Volgens Adema zijn de meeste lidstaten minder diervriendelijk dan wij.
Handen af van ons kweekvlees!
Ook een motie van De Groot om ervoor te pleiten dat kweekvlees wordt meegenomen in het volgende werkprogramma van de Europese Commissie kreeg een meerderheid. Alleen Denk, Forum voor Democratie, PVV en SGP stemden tegen.
Nederland is in de EU koploper op het gebied van kweekvlees. Dankzij een eerdere motie van D66 en VVD worden dit jaar proeverijen van kweekvlees toegestaan. Om het te verkopen, is echter Europese goedkeuring nodig.
Italië heeft kweekvlees op voorhand verboden. Ook Frankrijk is tegen. Terwijl Israël, Singapore en de Verenigde Staten het al hebben goedgekeurd. Herhaling van de pulsvisserij dreigt: een Nederlandse innovatie om met minder bodemberoering en minder dierenleed te vissen, werd op Frans initiatief verboden. Zelfs de BBB, toch niet bepaald een fan van kweekvlees, stemde voor de motie van De Groot. Je hoeft het immers niet te eten, maar we laten ons toch niet nog een innovatie afpakken door de Fransen?
Een motie van de BBB om in Europa nogmaals te pleiten voor legalisering van pulsvisserij kreeg ook (rechtse) een meerderheid. De kans dat de Europese Commissie en andere lidstaten daarmee instemmen, lijkt mij echter klein.