Geen meerderheid VVD'ers voor thuiskweek medicinale cannabis
Meeste leden houden het liever bij cannabis op recept van de huisarts.
De grote verrassing van het VVD-congres, schreef ik hier eergisteren, was de massale steun voor dierenbescherming. Twee derde van de leden stemde in met amendementen om verwaarloosde dieren onmiddellijk weg te halen bij fokkers en veehouders en om het verbod op medisch onnodige ingrepen, zoals het preventief afbranden van varkensstaarten, te handhaven. Het waren de enige twee amendementen die tegen het advies van het hoofdbestuur in werden aangenomen.
Mijn amendement om thuiskweek van medicinale cannabis te legaliseren, haalde het niet. Ook amendementen om cannabis geheel te legaliseren — de JOVD probeert het iedere keer — vonden geen meerderheid. Sterker, er was zelfs minder steun dan vorige keer: nog geen 30 procent terwijl in 2020 nog 40 procent van de leden voor legalisering van softdrugs stemde. De opstelling van het hoofdbestuur, laten we het wietexperiment afwachten, was wellicht voor velen overtuigend.
Mijn hoop was dat normalisering van medicinale cannabis, net als in Amerika, de geesten rijp zou maken voor uiteindelijke legalisering en regulering van cannabis in het algemeen. We weten inmiddels dat cannabis minder schadelijk en minder verslavend is dan tabak. Bijna niemand zou dan ook een stap terug doen en cannabis verbieden. Maar nog steeds plaatsen we coffeeshophouders in een onmogelijke situatie. Zij mogen cannabis verkopen, maar niet legaal inkopen. Wat je ook vindt van wiet; dat moet een ondernemerspartij zich toch aantrekken.
Cannabis van de apotheek is niet voldoende
Veel medicinale gebruikers van cannabis zitten in een vergelijkbare situatie. Cannabis verlicht de pijn van naar schatting 130.000 patiënten die lijden aan multiple sclerose, spierkrampen en zenuwpijn. Cannabis is goedkoper en minder verslavend dan sommige farmaceutische pijnstillers. Het is al twintig jaar op recept verkrijgbaar van de huisarts, maar slechts 6.700 patiënten kopen hun cannabis jaarlijks bij de apotheek. De rest koopt of in de coffeeshop of kweekt thuis. Dat komt doordat cannabis niet wordt vergoed door de verzekering. Er is ook maar één vergunde teler voor medicinale cannabis in Nederland.
Thuiskweek is in principe verboden. In de praktijk wordt het telen van maximaal vijf planten gedoogd. Toch komt het voor dat ook bij medicinale gebruikers cannabisplanten in beslag worden genomen.
De Tweede Kamer nam in 2017 een amendement van GroenLinks aan om medicinale thuiskweek te legaliseren. Dat is nog steeds niet gebeurd. De VVD stemde destijds tegen. In de geschreven reactie op de amendementen gaf het hoofdbestuur dat als reden om tegen te blijven. Dat vind ik een drogreden: we waren tegen, dus we zijn tegen.
Gelukkig gaf Christophe van der Maat, de voorzitter van de verkiezingsprogrammacommissie, tijdens de Algemene Vergadering wel een inhoudelijke reactie. Volgens hem voldoet de huidige wet: cannabis is op recept verkrijgbaar. Dat is zo, maar als slechts 5 procent van de (vaak chronisch) zieken die cannabis gebruiken om hun pijn te verlichten de legale route kiezen, is die legale route dan niet te nauw?
Helaas is het deze keer niet gelukt, maar wie weet? Over — hoogstens — vier jaar weer een kans.
Andere drugs zijn nog een stap te ver
Om nog een inkijkje te geven in hoe het amendementenproces werkt: dit begon met een voorstel van mij in Amsterdam om niet alleen thuiskweek van medicinale cannabis, maar alle stoffen met een medicinale werking te legaliseren. Ik noemde in het bijzonder mdma, psilocybine (paddo’s) en ketamine.
Australië heeft dit jaar mdma en psilocybine gelegaliseerd voor patiënten bij wie traditionele antidepressiva niet aanslaan. In Nederland zijn zo’n 170.000 van de 550.000 volwassen met depressie ‘therapieresistent’. Er zijn ook veelbelovende resultaten in Amerika met ketamine en lsd om onder meer patiënten met bipolaire stoornis te behandelen.
Leden konden voorstellen voor amendementen indienen bij hun lokale, regionale of thematische netwerk. Ik ben niet betrokken bij de netwerken Gezondheid en Veiligheid, en vond het niet sjiek om daar gauw lid van te worden puur om mijn amendement in te dienen. Bleven over: Amsterdam en Noord-Holland.
Lokale en regionale netwerken organiseren eigen ledenvergaderingen voorafgaand aan het landelijke congres om over ingediende amendementen te stemmen. Thematische netwerken kennen geen ledenvergadering. Daar beslissen de besturen welke amendementen wel en niet worden doorgezet naar de Algemene Vergadering.
Er was veel interesse! Van de zo’n veertig leden die aanwezig waren in Amsterdam had de helft wel een vraag. Men maakte zich zorgen dat legalisering van met name ketamine tot meer verslaving zou kunnen leiden. Niet onterecht: ketamine is inderdaad veel verslavender dan cannabis en mdma. Anderen vonden dat de politiek niet vooruit moest lopen op ontwikkelingen in de farmacie. Een aantal leden gaven aan wel voor thuiskweek van cannabis te willen stemmen, maar niet voor de andere drugs.
Voorzitter Alexander IJkelenstam stelde (sportief!) voor om dan drie keer te stemmen. De eerste keer over mijn voorstel, waar slechts enkele leden voor waren. Een tweede keer over het amendement zonder ketamine. Toen gingen één of twee extra handen de lucht in. Ten slotte over alleen thuisweek van medicinale cannabis. Daar was een ruime meerderheid in Amsterdam voor. Zodoende ging het amendement in afgeslankte vorm door naar de Algemene Vergadering.